FAQ over sterilisaties

Meest gestelde vragen


Bij een zaadlozing komt 2 tot 6 milliliter sperma vrij, iedere zaadlozing bevat 60 tot 150 miljoen zaadcellen. De zaadcellen worden aangemaakt in de teelballen en rijpen uit in de bijballen. De meeste zaadcellen komen nooit in een zaadlozing terecht en worden weer afgebroken in de bijbal. Het grootste deel van het sperma (95%) bestaat uit zaadvocht dat gemaakt wordt in de zaadblaasjes en de prostaat om de zaadcellen te laten zwemmen en te voeden, slechts een paar procent van het sperma bestaat uit zaadcellen. Als je gesteriliseerd bent bestaat je sperma uit zaadvocht zonder zaadcellen. De hoeveelheid sperma blijft er na sterilisatie dus nagenoeg hetzelfde uitzien.

De weg van de zaadcel

Bij een zaadlozing:

  • Gaan zaadcellen vanuit de bijballen
  • Via de zaadleider
  • Naar de prostaat en zaadblaasjes
  • Die zaadvocht toevoegen zodat het sperma wordt
  • Waarna sperma via de plasbuis naar buiten spuit bij een orgasme

Sperma wordt ook wel semen of ‘de zaadlozing’ genoemd.

De meeste mannen zijn tussen de 30 en 50 jaar maar ouder dan 50 jaar komt ook voor. Omdat je als man levenslang vruchtbaar blijft ben je nooit te oud voor een sterilisatie.

Steriliseren onder de 30 jaar raden we wel af omdat het een definitieve ingreep is die niet altijd met succes ongedaan gemaakt kan worden. Soms loopt het leven toch anders en we willen voorkomen dat je spijt krijgt. Om die reden vragen we mannen jonger dan 30 jaar een verwijzing van de huisarts en wordt er eerst een extra informatieve (telefonische) afspraak met de uroloog gemaakt om een goed afweging te kunnen maken.

Vrouwen zijn vruchtbaar tot aan de menopauze, dat is als de vrouw een jaar niet meer ongesteld is geweest. Daarom wordt geadviseerd een voorbehoedmiddel te gebruiken tot 1 jaar na de laatste ongesteldheid. Deze leeftijd wisselt per vrouw maar is gemiddeld begin 50.

De eerste 3 maanden na de sterilisatie kunnen er nog levende zaadcellen in de zaadblaasjes of in de zaadleiders zitten. Je bent daarom niet meteen onvruchtbaar. Blijf daarom een voorbehoedsmiddel gebruiken tot is vastgesteld dat er geen zaadcellen meer in het sperma zijn, dat is bij een controle na ongeveer 3 maanden of 25- 30 zaadlozingen.

Een controle van het sperma wordt daarom na 3 maanden ingepland bij het Saltro (laboratorium)

  • Na de sterilisatie ontvang je een potje en informatie over het inleveren van sperma.
  • De uitslag is binnen 1 week na de sperma controle bekend.
  • Je ontvangt telefonisch de uitslag van ons.
  • Soms gebeurt het dat je nogmaals sperma moet inleveren.

Bij 1 tot 3 op de 1.000 mannen komt het toch nog voor dat na langere tijd hernieuwde vruchtbaarheid ontstaat doordat de uiteinden van de zaadleiders weer aan elkaar groeien en opnieuw doorgankelijk worden. We doen uiteraard ons best dit niet te laten gebeuren door 3 verschillende technieken toe te passen om het aangroeien te voorkomen.

We adviseren een week geen seks te hebben na de sterilisatie , dit is vooral om nabloedingen te voorkomen. De eerste week na de sterilisatie zal het ook pijnlijk zijn om te vrijen en om klaar te komen (dit geldt ook voor masturberen, beter de wondjes even rustig laten genezen).

Tot 25-30 zaadlozingen of gemiddeld 3 maanden na de sterilisatie kan er levend zaad vanuit de prostaat of de zaadleiders in het sperma komen.
Na 3 maanden moet u een potje sperma inleveren bij het laboratorium. Als dit geen levende zaadcellen meer blijkt te bevatten kan uw partner veilig met de anticonceptie stoppen.

Na de sterilisatie blijven de zaadcellen in de ballen tijdens het klaarkomen.
De zaadproductie gaat na de ingreep nog wel een tijd door op hetzelfde tempo. Het zaad wordt afgebroken dan alleen dus in de bal afgebroken omdat het nergens anders heen kan, dit is ook zo als je om andere reden een periode niet seksueel actief bent.
De eerste weken tot maanden kan het ophopen van zaad wel een vervelend gevoel geven in de balzak geven na het klaarkomen. Meestal wordt dit gevoel het na enkele weken langzaam steeds minder.

Een sterilisatie heeft geen invloed op het mechanisme en het gevoel bij de zaadlozing. De zaadcellen kunnen dus alleen niet meer doorstromen en worden door het lichaam afgebroken in de bal. De hoeveelheid sperma blijft er nagenoeg hetzelfde uitzien omdat maar een klein deel van het sperma uit zaadcellen bestaat.

Het kan wel zijn dat het ejaculaat er wat minder stroperig uit gaat zien (en het dus wat dunner lijkt) .

Het gevoel van klaarkomen, de zaadlozing, de zin in seks en de erecties veranderen dus NIET door de ingreep.