De MRI-scanner bestaat uit een tunnel die aan de voor- en achterkant open is, en goed is verlicht en verlucht. In deze tunnel bevindt zich een verschuifbare tafel, hier ligt u op tijdens het onderzoek. Hoe ver de tafel de tunnel inschuift, is afhankelijk van welk MRI-onderzoek u ondergaat. Met behulp van een sterke magneet en radiogolven worden er beelden gemaakt van uw lichaam, u merkt hier verder niets van.

Het onderzoek kan tot een uur duren, dat hangt af van het te onderzoeken lichaamsdeel.

In de MRI-ruimte bevindt u zich in een zeer sterk magneetveld. U merkt hier niets van, maar er zijn metalen die hierdoor worden aangetrokken. Deze voorwerpen kunnen schade veroorzaken aan u of de MRI-scanner, of zelf beschadigd raken. Daarom is het belangrijk dat u geen metalen voorwerpen mee de onderzoeksruimte in neemt. Uw persoonlijke voorwerpen en andere metalen voorwerpen laat u achter in een afsluitbare kleedkamer.

Lees de vragenlijst die u vooraf dient in te vullen goed door, zodat ook eventuele inwendige metalen voorwerpen bij ons bekend zijn. Denk aan een pacemaker, insulinepomp of kunsthartklep.

Denk hierbij aan:

• een bril, horloge, sieraden en piercings
• munten, (bank)pasjes met een magneetstrip en aanstekers
• kleding met metaal (zoals een rits, knopen of een riem)
• een gebitsprothese / beugel (afhankelijk van type onderzoek)
• een gehoorapparaat
• fentanyl-pleisters
• make-up
• haarextensions
• metaalsplinters
• een rolstoel

Voor uw eigen veiligheid is het van belang dat u een vragenlijst invult. In deze vragenlijst staan vragen over uw gezondheid en over eventuele inwendige metalen voorwerpen (bijvoorbeeld een pacemaker, insulinepomp of kunsthartklep). Wij adviseren u om de vragen goed te lezen en naar waarheid in te vullen. Alleen dan kunnen wij het MRI-onderzoek op een veilige manier uitvoeren. U kunt deze vragenlijst terugvinden in uw persoonlijke patiëntportaal van Link2Care Clinics.

Bij het onderzoek kan een contrastvloeistof nodig zijn om bijvoorbeeld organen, bloedvaten of afwijkingen beter in beeld te krijgen. U weet vaak van tevoren of dit bij u ook van toepassing is. Het contrastmiddel wordt toegediend via een infuus in de ader van een arm. Het middel heeft geen kleur of geur en verlaat het lichaam via de urine. Overgevoeligheid voor MRI-contrastvloeistoffen komt zelden voor. Maar meld het de laborant wanneer u allergische aandoeningen heeft of in het verleden een allergische reactie heeft gehad op een bepaalde stof of medicijn.

Wanneer u (mogelijk) zwanger bent, is het advies om geen MRI-onderzoek te laten doen. Met name in de eerste drie maanden van de zwangerschap wordt dit sterk afgeraden. Wanneer een MRI-onderzoek echt nodig is, kunnen er uitzonderingen worden gemaakt. Dat gebeurt altijd in samenspraak tussen arts en patiënt. Als er contrastmiddel toegediend moet worden, kan dat alleen na overleg met de radioloog.

Dat hangt af van de situatie. Tijdens het MRI-onderzoek ligt u in een tunnel van ongeveer anderhalve meter lang. Als u last heeft van claustrofobie (angst in kleine ruimtes), kan dit eventueel problemen geven. Als er foto’s van voeten, knieën of bekken gemaakt worden, ligt u echter niet met uw hoofd in de tunnel. Denkt u dat u last van claustrofobie kunt krijgen tijdens het onderzoek? Bespreek dit dan van tevoren met uw behandelend arts.

Er zijn geen biologische of schadelijke effecten bekend van het gebruik van een MRI.